Kies laag met de referentielocaties

De laag met de te vergelijken referentielocaties.

Naast het kiezen van een laag van uw kaart, kunt u kiezen voor Analyselaag kiezen onderaan de keuzelijst om in uw inhoud te zoeken naar een big data file share-dataset of objectlaag.

U kunt alle locaties gebruiken of een selectie maken

Gebruik indien nodig de keuzeknoppen om de referentielocaties te bepalen. Deze optie is alleen beschikbaar als de objecten worden getekend op de kaart (niet beschikbaar voor een gedeeld big data-bestand). Als de invoerlaag bijvoorbeeld alle locaties bevat - zowel de referentielocaties als de kandidaat-zoeklocaties - moet u een van de selectietools gebruiken om de referentielocaties te identificeren. Als u twee aparte lagen maakt, een met de referentielocaties en de andere met alle kandidaat-zoeklocaties, hoeft u geen selectie te maken.

Als er meer dan één referentielocatie is, wordt een enkele locatie gemaakt door de gemiddelde waarden te bepalen voor alle velden die gebruikt worden om de overeenkomsten te analyseren.

Zoek gelijksoortige locaties in

De kandidaat-zoekobjecten in deze laag worden gerangschikt van meest naar minst overeenkomend.

Naast het kiezen van een laag van uw kaart, kunt u kiezen voor Analyselaag kiezen onderaan de keuzelijst om in uw inhoud te zoeken naar een big data file share-dataset of objectlaag.

Baseer de gelijkenis op

De velden die u selecteert, worden de criteria die gebruikt worden om overeenkomsten te evalueren. Als u bijvoorbeeld een bevolking en inkomstenveld kiest, zullen de kandidaat-zoeklocaties met de laagste (beste) rangschikking degene zijn met overeenkomstige bevolkings- en inkomenswaarden als uw referentielocaties.

Meest en minst gelijkaardige bepalen d.m.v.

De methode die u selecteert, bepaalt hoe de matching wordt bepaald.

• De methode veldwaarden gebruikt de gekwadrateerde verschillen van gestandaardiseerde waarden. Dit is de standaardinstelling.
• De methode veldprofielen maakt gebruik van cosinusgelijkenis om het profiel van gestandaardiseerde waarden te vergelijken. Om attribuutprofielen te gebruiken moeten ten minste twee analysevelden worden gebruikt.

Laat zien

U kunt alle kandidaat-zoeklocaties gerangschikt zien van meest overeenkomend naar minst overeenkomend of u kunt het aantal resultaten opgeven dat u wilt zien.

• Als u alle locaties van meest tot minst overeenkomend specificeert, worden alle objecten in de kandidaatzoeklaag in de resultaatlaag opgenomen in volgorde van rangschikking. Er kunnen maximaal 10.000 resultaten geretourneerd worden.
• Als u het aantal van meeste, minste of meeste en minste vergelijkbare locaties opgeeft, bepaalt u hoeveel van de meeste, minste of meeste en minst vergelijkbaar kandidaten moeten worden opgenomen in de resultaatlaag. De maximaal toegestane waarde is 10.000.

Velden kiezen om toe te voegen aan resultaten

Voeg eventueel velden toe aan uw gegevens van uw zoeklaag. Standaard worden alle velden toegevoegd.

Resultaat laagnaam

De naam van de laag die wordt gemaakt. Als u naar een ArcGIS Data Store, schrijft, worden uw resultaten opgeslagen in Mijn Content en toegevoegd aan de kaart. Als u naar een big data file share schrijft, worden uw resultaten opgeslagen in de big data file share en toegevoegd aan het bijhorende manifest. Ze zullen niet worden toegevoegd aan de kaart. De standaardnaam is gebaseerd op de toolnaam en de naam van de invoerlaag. Als de laag al bestaat, zal de tool falen.

De resultaatlaag bevat de referentielocaties en het aantal gerangschikte kandidaat-zoekobjecten die u hebt opgegeven. Als de resultaatlaag al bestaat, wordt u gevraagd er een nieuwe naam aan te geven.

Wanneer u schrijft naar ArcGIS Data Store (relationele of spatiotemporele big datastore) met behulp van de vervolgkeuzelijst Resultaat opslaan in, kunt u de naam van een map opgeven in Mijn Content, waar het resultaat wordt opgeslagen.